English

6 september 2013: Energieakkoord stap voorwaarts

Op 6 september 2013 sloten circa veertig deelnemende organisaties met minister Kamp het Nationaal Energieakkoord. De centrale doelstelling is om:
  • een energiebesparing te realiseren van 1,5% per jaar en
  • het aandeel duurzame energie van nu 4% te verhogen naar 14% in 2020 met een doorgroei naar 16% in 2023 en
  • nieuwe werkgelegenheid te creëren.
Onder de link leest u een korte samenvatting. Het plan is opgebouwd uit 10 pijlers.


Hoe de doelstellingen te behalen (indicatieve verdeling)?
tabel energieakkoord.JPG

Het eerste dat opvalt is dat ondanks alle afspraken en inspanningen er geen sluitend beeld is hoe tot 14% in 2020 te komen.

Energiebesparing
Energie die niet wordt gebruikt hoeft ook niet te worden opgewekt. Het gemiddelde energiegebruik over de periode 2015-2011 bedroeg 2.189 PJ. Vrijwel gelijk dus aan het energiegebruik in 2012. Daarvan is circa 50% nodig voor warmte en koeling, 25% komt voor rekening van brandstoffen voor mobiliteit en 25% is elektriciteit. De maatregelen voor energiebesparing moet leiden tot een afname van het energiegebruik van 100 PJ tot 2.090 PJ in 2020. De woning coöperaties moeten daarin een trekkende rol gaan vervullen.

Biomassa
In 2012 kwam 4.4% van het energiegebruik geproduceerd uit duurzame bronnen. Het aandeel biomassa was in 2012 met 73% daarin het meest bepalend. Richting 2023 zal de duurzame productie met als basis biomassa weliswaar moeten verdubbelen, het aandeel in het totaal zal afnemen naar zo’n 46%. De beschikbare hoeveelheid biomassa in Nederland is beperkt en de duurzaamheid van aangeleverde biomassa uit het buitenland is regelmatig bron van discussie. Een ander potentieel risico van biomassa is dat door de stijgende vraag ook de prijs van biomassa zal stijgen. De variabele kosten van deze vorm van duurzame energieproductie zal daardoor ook stijgen. Dit zal de rentabiliteit en de continuïteit van biomassa projecten stevig onder druk zetten

Wind op land 
De grote stijging moet komen de categorie wind. In 2020 dient 6.000 MW wind op land te zijn gerealiseerd die gemiddeld 2.500 vollast-uren draaien. Een ambitieuze doelstelling omdat eind 2012 er 2.206 MW opgesteld stond en het aantal vollast-uren in 2012 minder dan 2.000 was. De provincies hebben zich gecommitteerd om ruimte te maken voor 6.000 MW, maar lijken vooral geïnteresseerd dat met zo weinig mogelijk windturbines te willen doen die te weinig vollast-uren draaien. Het gevolg zal zijn er niet voldoende energie zal worden geproduceerd en dat er alsnog meer windturbines geplaatst zullen moeten worden. Sowieso zal na 2020 het plaatsen van nieuwe windturbines door moeten gaan richting de 7.000 MW om de doelstelling voor 2023 te kunnen halen. Wind op land is één van de goedkoopste vormen van duurzame energie. Wind op land moet in 2023 circa 20% van de totale duurzame energieproductie voor zijn rekening nemen. Groei van het aantal windturbines op land lijkt alleen mogelijk als dat hand in hand gaat met meer aandacht voor lokaal draagvlak. Participatie en lokaal draagvlak zijn dan ook een belangrijke pijlers in het akkoord.

Wind op zee 
Wind op zee heeft de afgelopen jaren weinig vooruitgang geboekt omdat vooralsnog vooral gezocht wordt naar innovaties die de kostprijs omlaag brengt van nu 17-18 ct/kWh naar 15 ct/kWh in 2015. Vanaf 2015 tot en met 2019 zal 3.450 MW aan vergunningen met subsidie door de rijksoverheid worden aanbesteed die in 2023 operationeel moet zijn. In 2012 draaide reeds 228 MW dat samen met wat er al in de pijplijn zit optelt tot 1.000 MW. Wat er gebeurt als de gewenste kostprijsdaling niet wordt gehaald is niet duidelijk. Wind op zee moet in 2023 circa 20% van de totale duurzame energieproductie voor zijn rekening nemen.

Zon-PV 
Een opvallende groei is te vinden bij zon-PV waar het huidig opgesteld vermogen van 340 MW moet groeien naar circa 3.500 MW in 2020. Lokale coöperaties en een aangepaste regeling voor vrijstelling van energiebelasting (op basis van een postcoderoos) zijn daarbij de pijlers. Echter verdere verlaging van de kostprijs per kWh uit zonnepanelen blijft cruciaal omdat de Rijksoverheid met zo weinig mogelijk financiële stimulering de duurzame doelstellingen wil halen.

Overig 
Relatief nieuwe loot aan de stam zijn projecten voor warmte- en koudeopslag (WKO) en geothermie alsook energiewinning uit omgevingslucht. Er zijn nog weinig projecten gerealiseerd. Sinds 2012 is met de introductie van duurzame warmte in de SDE-regeling de potentie voor deze categorie ontsloten. De tijd zal leren hoe stabiel hiermee duurzame energie geproduceerd kan worden.

Werkgelegenheid 
Het Energieakkoord leidt tot 15.000 extra banen per jaar in Nederland. Vooral energiebesparing en het plaatsen van zonnepanelen levert m.n. voor de bouwsector extra kansen.

Haalbaarheid 
De onderhandelaars zijn tevreden over het bereikte resultaat. Een waar huzarenstukje uit de Hollandse polder. Ook de milieubeweging is tevreden – “ik geloof enorm in de groene polder” aldus Tjerk Wagenaar, directeur van Energie & Milieu.

ECN en CPB rekenden de plannen door. Hun conclusie was eensluidend: met heel veel geluk halen we de energiebesparing. De hernieuwbare energie zou moeten kunnen lukken, maar als echt alles meezit. De SER heeft een commissie in het leven geroepen die toeziet op de borging van de afspraken.


< Terug naar nieuws
English

Feiten en fabels

Is energie uit zonnepanelen goedkoper dan energie geproduceerd met windmolens?

Meer »