20 mei 2015: Nieuwe provinciebesturen onderschrijven afspraken met Rijk over windenergie
De nieuw gevormde colleges van Gedeputeerde Staten staan achter de afspraken die tussen de Rijksoverheid en de provincies zijn gemaakt over de groei van windenergie. Twee jaar geleden sloten de overheden een ‘bestuursakkoord’ waarbij elke provincie een eigen taakstelling voor windenergie op zich nam; opgeteld zou daarmee de landelijke doelstelling van 6.000 MW in 2020 gehaald kunnen worden. Inmiddels zijn nieuwe provinciebesturen gevormd in alle provincies op Zeeland na. De nieuwe provinciebesturen onderschrijven allemaal de eerder gemaakte afspraak.
De nieuwe coalitie in Noord-Brabant wordt gevormd door VVD, SP, D66 en PvdA. Anne-Marie-Spierings (D66) wordt de nieuwe gedeputeerde voor energie. Brabant houdt vast aan de afspraken over windenergie, blijkt uit het coalitieakkoord: ‘Daarnaast realiseren we de afspraken rond windenergie die met het Rijk en gemeenten zijn gemaakt en faciliteren we breed gedragen voorstellen voor toepassing van kleinschalige windenergie van onderop’. Daar is aan toegevoegd: ‘We stimuleren dat omwonenden van windparken in Brabant in de toekomst meer kunnen meeprofiteren van groene energie, onder andere door de participatiemogelijkheden van burgers te vergroten.’
In Overijssel is in het coalitieakkoord van CDA, VVD, D66 en ChristenUnie opgenomen dat de provincie ‘vasthoudt aan de afspraak tussen Rijk-IPO om in 2020 85,5 MW windenergie in Overijssel te realiseren. Indien voldaan is aan deze afspraak zullen wij geen dwingende ruimtelijke instrumenten meer inzetten voor de plaatsing van windmolens’. In het Overijsselse college wordt nieuwkomer Erik Lievers (D66) portefeuillehouder energie.
Drenthe krijgt een provinciebestuur van VVD, PvdA, CDA en ChristenUnie. Ook hier wordt een nieuwkomer gedeputeerde voor klimaat en energie: Tjisse Stelpstra (ChristenUnie). ‘ We houden ons aan de afspraken met het Rijk dat we in Drenthe 285,5 megawatts windenergie leveren. Ondanks het feit dat het Rijk voor haar deel een ontwerpplan gaat maken doen we ons uiterste best het Rijk er van te overtuigen een plan te maken dat meer recht doet aan de belangen van omwonenden’, is in het coalitieakkoord opgenomen.
In Utrecht zal de nieuwe coalitie vasthouden aan de afgesproken 65,5 MW opgesteld vermogen en daarbij de locaties die in de structuurvisie staan als uitgangspunt nemen. Wel wil de coalitie van VVD, D66, CDA en GroenLinks sterk inzetten op het vergroten van draagvlak: ‘Voldoende draagvlak bij de gemeenteraad is voor ons een randvoorwaarde bij het realiseren van locaties voor schone energie. Zeker bij windenergie staat gebrek aan draagvlak de realisering vaak in de weg.’ Het vroeg betrekken van bewoners bij plannen vindt Utrecht daarbij van groot belang. In 2017 wordt bekeken of de taakstelling gehaald wordt. Daarbij geldt: ‘Voldoende draagvlak bij de gemeenteraad blijft daarbij een randvoorwaarde. Als het behalen van de afspraak met het Rijk niet waarschijnlijk is, zullen we aan de hand van de bevindingen op dat moment onze inzet intensiveren.’ Energie valt in Utrecht onder de nieuwe gedeputeerde Pim van den Berg (D66).
De nieuwe coalitie in Limburg handhaaft de afspraak met het Rijk, al rept de tekst in het coalitieakkoord van een ‘inspanningsverplichting’ voor ongeveer 80 MW aan extra windenergie in plaats van de afgesproken taakstelling. ‘Windenergie kan in Limburg gekoppeld worden aan lijninfrastructuur en er wordt een koppeling gezocht met direct profijt voor omwonenden. De Provincie zet in op de ondersteuning qua organisatie en facilitering van een lokale coöperatieve, breed gedragen aanpak.’, staat er verder. De Limburgse coalitie wordt gevormd door CDA, VVD, PvdA en de nieuwkomers D66 en SP. Energie valt onder de nieuwe gedeputeerde Daan Prevoo (SP).
In Gelderland wordt het college gevormd door VVD, CDA, D66 en PvdA. Jan Jacob van Dijk (CDA) heeft onder meer energietransitie in zijn portefeuille. Opvallend is dat Gelderland een doorkijk heeft naar méér windturbines na 2020: 'Bij windenergie zal de provincie haar verantwoordelijkheid nemen om gemaakte afspraken uit te voeren vanuit de basis van de aangenomen windvisie. Centraal daarin staat het creëren van draagvlak. Dat is niet alleen voor het realiseren van de doelstelling van 230,5 MW op korte termijn belangrijk, maar zeker ook voor de ambitie om Gelderland in 2050 energieneutraal te maken.' Omwonenden laten profiteren wordt van groot belang geacht.
Groningen heeft een coalitie van SP, CDA, D66, CU en GroenLinks. Nienke Homan (GroenLinks) gaat over energie(transitie). De provincie houdt vast aan de afspraak met het Rijk, maar wil wel kijken of de opgave over meer locaties gespreid kan worden en wil het gesprek met het Rijk aan of 'naast windenergie ook de opgave via andere duurzame energie kan worden opgewerkt.' Met dat laatste zet Groningen als enige van alle provincies de afspraak een beetje op een kier.
Fryslân krijgt een coalitie van CDA, VVD, SP en FNP. Michiel Schier krijgt opnieuw de portefeuille energie. De provincie houdt vast aan de afspraken met het Rijk van 530,5 MW - 'het maximum dat we accepteren' -, maar laat zich verder in het coalitieakkoord niet positief over windenergie uit: 'Windenergie zien wij als een tijdelijke bijdrage aan het verduurzamen van de Friese economie. Maar windmolens hebben ook negatieve effecten op het landschap en de omgeving. We erkennen zowel het tijdelijk belang van windenergie als de schaduwkanten van windmolens.' Fryslân wil dat de plannen voor een windpark in het IJsselmeer gewijzigd wordt in windturbines langs de Afsluitdijk. De provincie gaat geen windmolens saneren, want 'dat leidt ertoe dat molens elders op het land geplaatst moeten worden en dat willen we niet.'
Noord-Holland was afgelopen vier jaar een van de meest besproken provincies als het om windenergie ging. De provincie zette haar grondgebied voor verdere uitbreiding op slot en bemoeilijkte daardoor de gesprekken tussen het Rijk en provinciesbesturen over de verdeling van nieuwe windturbines over de verschillende provincies. In het nieuwe collegeakkoord van VVD, CDA, D66 en PvdA handhaaft Noord-Holland de afspraken met het Rijk, maar stelt wel duidelijke eisen: 'De coalitie gaat onverminderd verder met het beleid van wind op land, zoals met het Rijk is afgesproken. Dat betekent maximaal 685,5 megawatt, alleen molens in lijnopstelling, minimaal 600 meter van bebouwing en voor iedere nieuwe molen worden er twee oude verwijderd.' De nieuwe coalitie ziet vooral veel mogelijkheden voor zonne-akkers; voor windenergie is in elk geval geen doorbraak gekomen naar een ruimer beleid. Eerder gaf Noord-Holland aan voorstander te zijn van meer wind op zee, mede vanwege mogelijke ontwikkelingskansen voor havens en bedrijfsleven. Maar ook voor wind op zee ziet Noord-Holland graag beperkingen: 'Als het Rijk windmolens op zee gaat bouwen, vindt de coalitie dat dit buiten de 12-mijls-zone moet zijn.'
Zuid-Holland gaat ook door op de ingeslagen weg. ‘Wij geven uitvoering aan de ruimtelijke inpassing van de huidige met het Rijk overeengekomen opgave voor windenergie op land', staat in het coalitieakkoord van VVD, CDA, D66 en SP. Wel wordt er aan toegevoegd: 'Daarboven zien wij geen ruimte voor een extra opgave windenergie op land.’ D66'er Han Weber krijgt de portefeuille energie.
In Flevoland wordt Arie Stuivenberg (SP) verantwoordelijk voor energie in een college van CDA, VVD, D66 en SP. De provincie zet haar positieve houding ten opzichte van duurzame energie en windenergie ook komende vier jaar door. 'In Flevoland staat energie vrijwel gelijk aan hernieuwbare energie’, staat in het coalitieakkoord. De provincie kiest voor saneren: 'Meer windenergie met minder molens, voor een mooier landschap’ De coalitie wil er in 2019 op afgerekend worden dat Flevoland op schema ligt om de doelstelling voor windenergie (opschalen en saneren) te kunnen waarmaken.
< Terug naar nieuws